Goed werk

In de middeleeuwen had de kerk de gewoonte om de wissel van de seizoenen ook in de kerkdiensten een plaats te geven. Na een lange, donkere winter brak in
de samenleving die op de landbouw georiënteerd was een seizoen aan met veel voorbereidend werk, waarvan de uiteindelijke opbrengst in het beste geval pas maanden later zou blijken. Daarom vroeg men nadrukkelijk Gods zegen over het gewas. Die traditie is in de protestantse kerken blijven bestaan in de vorm van een jaarlijkse biddag voor gewas. Naderhand, toen de industrie belangrijker werd, werd daar ook arbeid aan toegevoegd, al volgde die industriële arbeid het ritme van de seizoenen niet.


Inmiddels is in onze samenleving ook die industriële arbeid naar de achtergrond verschoven. Zowel landbouw als industrie menen we soms een beetje ontgroeid te zijn, in deze digitale tijd. Dat is ‘van vroeger’. Nochtans zijn die sectoren van fundamenteel belang voor ons welzijn, maar ze staan onder grote druk - denk aan het aanhoudend protest van vele boeren, of aan de recente ontslagen bij een grote busbouwer.
Toch is het, ook in deze tijd van schermwerk en flexi- jobs, goed om te beseffen hoe onzeker de opbrengst van ons werk ook vandaag in de grond nog steeds is en dat bij God neer te leggen.


Afgelopen maandag waren er de hele voormiddag bezoekers in ons kerkgebouw. Drie groepen doorweekte tweedejaars van het atheneum van Berchem kwamen die ochtend door de stromende regen naar de Boterlaarbaan gefietst om een blik te werpen in een protestantse kerk. Bij zo’n bezoek geef ik onder andere wat uitleg over hoe een kerkdienst in zijn werk gaat. Toen ik bij de voorbede aanbeland was en voorbeelden gaf van waarvoor we bidden, werd ik onderbroken door een meisje met een islamitische achtergrond. Ze reageerde op de voorbeelden: ‘Je mag toch geen mensen aanbidden?’ Ik stemde in met haar opmerking, maar ze bleef me erg onbegrijpend aankijken. Toen besefte ik dat het voor haar ondenkbaar was dat je in een gebed iets zou zeggen over het leven hier op aarde.


De vraag van dit meisje bepaalde me erbij hoe bijzonder het is dat onze Schepper ook daadwerkelijk in ons geïnteresseerd is, met ons begaan is, het beste wil voor Zijn schepping en Zijn schepselen. Hoe Hij ‘nooit loslaat het werk dat Zijn hand begon’. Hoe het aardse er voor Hem wel degelijk toe doet. Hoe Hij ons van bij het begin werk gegeven heeft als een creatieve manier om Hem te eren. Hoezeer het Hem tegenstaat hoe ook het werken door de zonde misvormd is. Hoe we onze dromen en onze worstelingen inzake werk bij Hem mogen neerleggen.


Hij is bezig deze wereld terug ‘heel’ te maken - binnenkort vieren we Jezus’ doorslaggevende aandeel in dat herstelwerk. Hij geeft ons werk ook een plaats in het Zijne. Met wat we doen en hoe we dat doen, of het nu betaald is, vrijwilligerswerk, een buurvrouw helpen met de boodschappen of bewust de tijd nemen voor een babbeltje met een eenzame onbekende op de tram, mogen ook wij trachten onze Heer en Redder na te volgen. In onze kleine wereld met onze beperkte impact mogen we werken aan ‘heelheid’. Zo mogen we Hem onze dankbaarheid en liefde tonen, mogen we Hem eren en mogen we tegelijk iets van Zijn betrokkenheid zichtbaar maken in onze samenleving.

Willem

Willem is opbouwwerker in onze gemeente. Hij ondersteunt ons bij het in praktijk brengen van het geloof in het dagelijkse leven en zoekt naar mogelijkheden om als gemeente bij te dragen aan het welzijn van de stad. Hij is de echtgenoot van Inge en vader van Vik en Aron.

Vorige
Vorige

Oversteek

Volgende
Volgende

Waar ben je?